De residu-analyse: het is een technisch onderwerp waar wij bij TÜV NORD Integra dagelijks mee te maken krijgen. Zo kunnen we namelijk garanderen dat biologische producten daadwerkelijk biologisch zijn. Maar wat is een residu-analyse precies en welke stappen worden doorlopen wanneer er residu’s in de stalen worden gevonden? 

 

Luister je liever naar de podcast waarin onze technisch expert alles uitlegt over de residu-analyse? Je start de aflevering hier:

Van staalname naar residu-analyse

Wanneer je als marktdeelnemer bent aangesloten bij TÜV NORD Integra, heb je er zeer waarschijnlijk al eens mee te maken gehad: staalname. Dagelijks worden er door ons veel analyses uitgevoerd, om te verzekeren dat biologische producten daadwerkelijk aan de biologische eisen voldoen. De bioconsument wil immers geen residu of niet-toegelaten stof in zijn producten. Eén van de meest aangewezen manieren om controle uit te voeren, is door middel van staalnames. 

Gedurende het jaar dient er een bepaald percentage stalen afgenomen te worden, zoals ook in het artikel over residu-analyse in de biologische landbouw te lezen is. In Vlaanderen is dit percentage 50%. Bij de helft van onze controles wordt dus een staalname gedaan door onze auditor. 

Soms is het staalmoment ingepland op basis van een bepaald risico of wordt er een staal afgenomen op verzoek van de overheid. Maar een staalname kan ook een steekproef zijn die ad hoc wordt bepaald. De auditor maakt op basis van het risico, bijvoorbeeld een bepaald product of de herkomst van grondstoffen, de beslissing om wel of geen staal te nemen.

Nadat het staal volgens de juiste procedure is afgenomen, wordt deze naar een geaccrediteerd laboratorium gestuurd. Het laboratorium kan het staal op twee verschillende manieren analyseren:

  1. Multi-residu analyse: dit is de meest courante methode, waar een gevarieerd palet aan residuen wordt getest.

  2. Single-residu analyse: deze analysemethode wordt gebruikt wanneer er op een specifiek residu wordt getest, bijvoorbeeld glyfosaat of fosetyl aluminium. Deze stoffen komen in een multi-residu analyse namelijk niet naar voren. Wanneer er bijvoorbeeld een melding of vermoeden is van een bepaalde stof, zal er specifiek worden gestaald.

 

Wat als de test positief is? 

Het laboratorium duidt vervolgens aan of het meetresultaat betrouwbaar is. Volgens de huidige Europese bioverordening 2018-848 staat dat er geen enkele niet toegelaten stof aanwezig mag zijn in een bioproduct, die ook niet in de 2021-1165 lijst is genoemd. In deze lijst staan namelijk een aantal producten die wel zijn toegestaan. Is het een toegelaten product, dan geven wij er geen verdere gevolgen aan. 

Wanneer er door het laboratorium wel iets wordt teruggevonden in de analyse, dan is er twijfel. Om na te gaan of er daadwerkelijk niet-toegestane stoffen zijn gebruikt, wordt het speurwerk opgestart. 

Voor bio zijn er geen limieten. Elk residu dat wordt teruggevonden en niet wordt toegelaten, wordt onderzocht waar het vandaan komt. Zelfs de kleinste hoeveelheid is te veel. Het onderzoek zal uiteindelijk uitwijzen of het product conform is. 

 

Het oplossen van de puzzel

Van alle stalen die worden genomen door TÜV NORD Integra, is 7% positief. Vaak worden er bij een positief resultaat meerdere residuen gevonden. In al deze gevallen wordt er een onderzoek gestart. 

Een stof die regelmatig wordt teruggevonden is fosetyl aluminium: een stof waar fosfaten een deel van de verbinding uitmaken, wat een bestanddeel van een gewasbeschermingsmiddel kan zijn in de landbouw. De fosfaten kunnen niet worden afgebroken door mens of het land. Er is dan grondig onderzoek nodig of dit een stof is dat al in de grond zat of dat het afkomstig is van bijvoorbeeld omliggende agrarische bedrijven of vanuit het spuitsysteem. Alle scenario’s worden uitgezocht. Een echte puzzel dus!  

Wanneer de staalanalyse negatief is, wil dit niet per definitie zeggen dat het product biologisch is. Bio betekent veel meer dan het ontbreken van een residu. Het is een ketenverhaal, waarbij je als operator een bio-werkwijze hanteert en bent gecertificeerd voor bepaalde productgroepen. 

 

Meldplicht

Niet alleen komen er bij TÜV NORD Integra positieve tests binnen vanuit onze eigen controles. De bedrijven zelf of vanuit een collega controleorgaan komen ook positieve analyses door. Bedrijven doen namelijk zelf ook vaak tests en hebben een meldplicht wanneer ze een positieve test hebben. Het product wordt dan tijdelijk geblokkeerd totdat het onderzoek, dat wij starten, is afgerond. Dit kan soms maanden duren. Zeker wanneer een onderzoek buiten de Belgische grenzen gaat, bijvoorbeeld wanneer producten uit het buitenland worden ingekocht, kan het lang duren voordat het onderzoek is afgerond.

Voor ons als controleorgaan is het het belangrijkste om een oorzaak te vinden. Daarom pakken we dit case per case serieus op, volgens de juiste werkwijze. Soms komt het voor dat het onderzoek niet afgerond kan worden, omdat er niks is teruggevonden. In dat geval wordt het product vrijgegeven als biologisch. 

 

Heb jij ook interesse om over te schakelen naar bio, maar weet je niet waar te beginnen? Vraag dan via deze pagina een infopakket aan en stel je vragen aan onze experts.